Wat in het donker is, wil ik in het licht zetten.
Ik maak abstracte werken, waarbij ik een beeld in mijn hoofd als aanleiding gebruik om te maken. Tijdens het maken ontstaan de vormen als vanzelf. Daarbij draait het voor mij om experimenteren. Er is niet één manier om dingen te doen, er is geen goed of fout.
Ik werk graag met technieken die veel tijd en aandacht kosten, juist omdat het in mijn hoofd best druk en chaotisch is. Als een techniek veel aandacht vraagt en ik de juiste concentratie heb, dan lukt het mij om tijdens het maken te ontsnappen aan bepaalde gevoelens, emoties of gebeurtenissen.
De werken die ik maak zijn ‘on going’ en dus (bijna) nooit volledig af. Het werk groeit namelijk mee met mijn eigen proces, waarbij het werk mij verteld dat het aangepast wil worden. Binnen mijn werk komen ook thema’s als upcycling naar voren. De beperking die ontstaat, vanwege de beschikbare hoeveelheid, vind ik een interessant aspect om mee te werken.
Artist statement
Vanuit een fascinatie voor materialen, vormen en technieken, ga ik op zoek naar een manier om ‘toegepaste’ technieken op ‘autonome’ wijze toe te passen. Dit spanningsveld onderzoek ik samen met leerlingen binnen de vakken Kunst en Media, Vormgeving & ICT. Hierbij vind ik het belangrijk om persoonlijke talenten en kwaliteiten samen met hen te ontdekken.
In het experimenteren met verschillende technieken zoals naaien, borduren en schilderen kan ik mij verliezen in een flow tijdens het maken. Deze technieken vragen veel tijd en zorgvuldigheid, en steunen me op deze manier bij het vinden van een diepe concentratie en aandacht. Het mezelf laten ontsnappen aan de werkelijkheid is voor mij essentieel. Op deze manier kan ik tot maken komen en kan ik de werken laten ontstaan.
In mijn werk verbeeld ik lichamelijke processen, die zich intern afspelen en we niet vanaf de buitenkant kunnen zien. Processen van groeien, bouwen, stuwen en afbreken. Processen die zowel goed voor ons zijn, maar ook vernietigend kunnen zijn. De dualiteit en de tegengestelde krachten van het lichaam waar we geen grip op hebben.
Wat in het donker is, wil ik in het licht zetten.
Ambities
Mijn ambitie is om na de opleiding aan de slag te gaan als docent beeldende kunst, waarbij ik mijn kennis en passie mag overdragen aan leerlingen en samen met de leerling op zoek mag gaan naar hun persoonlijke talenten.
Als docent wil ik graag, naast het lesgeven, zelf ook actief zijn in het maken van beeldend werk. Vanuit deze passie wil ik kennis en ervaring overdragen.
Ik hoop te kunnen zorgen voor een prettig leerklimaat waar leerlingen de ruimte voelen om spelenderwijs te kunnen experimenteren, zonder een ‘goed’ of ‘fout’. Ik hoop leerlingen te kunnen motiveren en talenten te herkennen wanneer zij dit zelf nog niet zien. Verder vind ik het erg belangrijk om een goede band te creëren met de leerlingen. Ik hoop een docent te zijn die een luisterend oor kan bieden en er voor de leerling zal zijn tijdens een lach en een traan.
Geleerd tijdens de studie
Tijdens mijn studie heb ik geleerd om mijn angsten onder ogen te komen en hier niet voor weg te lopen. Ik heb mijn grenzen weten te verleggen en lef getoond. Hierdoor heb ik zelfvertrouwen weten op te bouwen en durf ik te vertrouwen op mijn eigen kunnen. Ik heb geleerd om te accepteren dat ik niet de alwetende hoef te zijn, dat ik mag zijn wie ik ben en dat ook met het voor de klas staan geldt: oefening baart kunst.
Feedbackvorm
inhoud, methode, doelgroep en timing belangrijk.
Ik wilde graag een nieuwe feedbackvorm ontwerpen, omdat er in mijn ogen nog geen feedbackvorm bestond die volledig aansloot bij de doelen die ik voor ogen had.
Het doel van mijn ontwerp is dat leerlingen elkaar, op een ‘spelende’ manier kunnen voorzien van feedback gericht op de opdracht. Daarbij vond ik het ook belangrijk dat de vormgeving en de manier waarop de feedback moet worden uitgevoerd aansluit bij de doelgroep, dat de feedbackmethode aansluit bij het levensecht leren en dus niet aan het eind van het leerproces plaats zou vinden. Omdat het er in het werkveld ook op deze manier aan toe gaat, vond ik het om die reden belangrijk dat leerlingen aan het eind van de feedbackvorm alvast de ruimte krijgen om na te denken over wat ze met de feedback gaan doen en hoe ze dit kunnen toepassen tijdens de volgende les. De feedbackvorm moet dus aanzetten tot actie, niet te overweldigend zijn en voor de leerlingen nuttig zijn.
Om deze redenen heb ik geprobeerd om een feedbackvorm te ontwerpen die bij deze doelen aansluit. Daarbij is het belangrijk om te weten dat ik het ontwerp een aantal keer heb uitgetest en vervolgens naar aanleiding van deze feedback het ontwerp heb aangepast, maar dat het ontwerp in de toekomst nog kan veranderen en misschien ook wel zal blijven veranderen na ieder testmoment. Aangezien ieder testmoment een leermoment zal zijn.