de personificaties waarin ze terug komen roepen een gek gevoel op, zo zij aan zij. Het zorgt voor een interessante tegenstelling. Hoopvolle dromers met een constant oog op de horizon staan langs figuren die lijken te bezwijken onder het gewicht van de wereld.
Artist statement
Al een leven lang had Noah Chaim het niet breed, als student, maar ook als kind niet.
Hij is er nooit slechter van geworden, vindt hij zelf. Het kind dat niet veel heeft, leert waarde zien in de allerminste dingen. Het leest verhalen in het verweerde tegelwerk van zijn ouderlijk huis en projecteert verzinsels op het plafond van een slaapkamer zonder lamp of gordijnen.
Deze slecht verlichte en goed gevulde kinderkamer is dan ook Chaim’s uitgangspunt voor zijn werk. Spullen die hij vijftien jaar geleden als verzameldriftig kind had weggetukt tot in een hoekje van zijn kamer, vinden nu de weg terug tot in zijn kunstwerken.
Noah gelooft dat iedereen kan maken, want in principe is maken gewoon uiting
en jezelf uiten dat kan immers iedereen. Hij maakt kunst waarin hij zichzelf en zijn zorgen kan verliezen.
De werken die Noah Chaim vandaag tentoonstelt gaan over verbeeldingskracht, de kunst om van niets, iets te maken en waarde te zien in het waardeloze. De steevast terugkerende figuren zijn een half verzonnen weergave van de realiteit. Een stoffelijk vangnet voor de mentale over verwerking van alledaagse problematieken die deze kunstenaar ervaart. Een uiting die zich na een reis door het onderbewustzijn ontplooit en zo wordt omgedoopt tot allegorie.
Ambities
Over vijf jaar zie ik mezelf werken in de atelier ruimte die hiervoor van mijn vader was en daarvoor van mijn grootvader. Het grote verschil zal dan zijn dat deze nu van mij is. Niet alleen gevuld met de rijke geschiedenis die mijn voorouders verzameld hebben, maar ook met een paar van mijn eigen schatten en inspiraties.
Een eigen werkplek waarin ik mezelf kan ontvouwen en nog beter kan ontdekken wat voor soort kunstenaar ik ben.
Geleerd tijdens de studie
Als kunstenaar iets maken is voor mij altijd een soort worsteling. De keuzes die ik maak in mijn werk zijn als een dialoog tussen mij en het kunstwerk.
Ik geef haar iets en op haar beurt geeft zij me iets terug. In deze oneindige dans waarin we allebei vechten voor wat we willen komen we vaak uit op een middelpunt dat we samen gevormd hebben.
In de vier jaar dat ik hier op school gezeten heb heb ik veel geleerd over mijn eigen werkwijze. Ik heb mezelf afgevraagd of ik objectief naar mijn werk kan kijken en geleerd te kijken en luisteren naar hoe een kunstwerk spreekt tot een ander. Er zit een onmiskenbare kracht in het eigen inlevingsvermogen van de mens en ik heb geleerd dat te omarmen in plaats van het weg te wuiven.